Algemene Taalwetenschap

Tussentoets ATW

De vragen en de goede antwoorden

De foute antwoorden bij de multiple choice vragen zijn doorgehaald. Bij sommige antwoorden wordt een korte toelichting gegeven.
Wil je weten wat je cijfer is? Ga dan naar de lijst met tentamenresultaten.


1. Welk rijtje bestaat uit louter fricatieven?
a. f, s, l, n
b. f, z, s, v
c. z, s, v, n
d. v, l, z, m
e. p, f, z, l

behoeft geen commentaar denk ik


2. Beschouw de volgende data uit het Lanat dialect van de fantasietaal 'Xenoons' ('ng' is de velaire nasaal zoals in 'angst'):

fatat (ziel)ntofatat (zielen)
ntimat (hond)ntotimat (honden)
mpakalat (huisdeur)ntopakalat (huisdeuren)
ngkotop (hand)ntokotop (handen)
lakak (vriend)ntolakak (vrienden)
mpotopak (priester)ntopotopak (priesters)
ntalakat (krokodil)

Wat is het meervoud van 'ntalakat'?

Wat is hier het meervoud van 'ntalakat'?

goede antwoord: ntotalakat
Zoals je ziet treedt er bij de stemloze plosieven p, t, en k aan het begin van het woord prenasalisering op. Op alle andere plaatsen in het woord worden deze plosieven niet voorafgegaan door een nasaal. Het meervoud wordt gevormd met behulp van het prefix 'nto-'


3. Beschouw de volgende data uit het Lomat dialect van het Xenoons':

fatat (ziel)ntafatata (zielen)
ntimat (hond)ntitimata (honden)
mpakalat (huisdeur)ntapakalata (huisdeuren)
ngkotop (hand)ntokotopo (handen)
lakak (vriend)ntalakaka (vrienden)
mpotopak (priester)ntopotopaka (priesters)
ntalakat (krokodil)

Wat is hier het meervoud van 'ntalakat'?

goede antwoord: ntatalakata
Ook hier is er weer sprake van geprenasaliseerde plosieven aan het begin van het woord. Het meervoud wordt gevormd door het suffix '-V', waarbij de waarde van V (vocaal/klinker) gelijk is aan de voorafgaande V en door het prefix 'ntV-' waarbij de waarde van V gelijk is aan de eropvolgende V. Sommige taalkundigen zouden zeggen dat je hier met een cirumfix te maken hebt


4. In het Latat dialect van het Xenoons vinden we de volgende data:

fatat (ziel)fatafatat (zielen)
ntimat (hond)ntimatimat (honden)
mpakalat (huisdeur)mpakapakalat (huisdeuren)
ngkotop (hand)ngkotokotop (handen)
lakak (vriend)lakalakak (vrienden)
mpotopak (priester)mpotopotopak (priesters)
ntalakat (krokodil)

Wat is het meervoud van 'ntalakat'?

goede antwoord: ntalatalakat
Het meervoud wordt hier simpelweg gevormd reduplicatie van de eerste twee C(onsonant)V(ocaal) sequenties van het zelfstandig naamwoord


Beschouw de volgende zinnetjes uit het Swahili:

nilifanyaik deed
anafanyahij/zij doet
alionahij/zij zag
nitarudiaik zal terugkeren
tunarudiawij keren terug
anaendahij/zij gaat
tulirudiawij keerden terug
ataonahij/zij zal zien


5. Wat is de vertaling van 'niliona'?

goede antwoord: ik zag
'ni-' is prefix/marker van 1ste persoon enkelvoud ('ik')
'-li-' is een marker van verleden tijd
'-ona' is het werkwoord 'zien'


6. Wat is de vertaling van 'tutafanya'?

goede antwoord: wij zullen doen
'tu-' is prefix/marker van 1ste persoon meervoud ('wij')
'-ta-' is een marker van toekomende tijd
'-fanya' is het werkwoord 'doen'


7. Hoe zeg je in het Swahili 'wij zagen'?

het goede antwoord is natuurlijk: tuliona


8. Uit hoeveel morfemen bestaat het woord 'huizenverkopers'?
a. 6
b. 5
c. 4
d. 3
e. 2

de 6 morfemen zijn huiz+en+ver+ko(o)p+er+s


9. Hoeveel gebonden morfemen telt het woord 'huizenverkopers'?
a. 5
b. 4
c. 3
d. 2
e. 1

de 4 gebonden morfemen zijn: huiz+en+ver+ko(o)p+er+s
+huiz+ en +ko(o)p+ zijn vrije morfemen


10. Het gebruik van het suffix '-heid' in het woord 'onvrijheid' is een geval van:
a. flexie
b. derivatie
c. backformation
d. compounding
e. conversie

het suffix '-heid' maaakt van het bijvoeglijk naamwoord 'onvrij' een zelfstandig naamwoord; daarom is hier sprake van derivatie


11. Beschouw de zin 'Hij overdrijft altijd vreselijk'. Het gebruik van het suffix '-t' in 'overdrijft' is een geval van:
a. flexie
b. derivatie
c. backformation
d. compounding
e. conversie

het suffix '-t' brengt geen verandering tot stand in de woordcategorie van 'overdrijf', dat met of zonder '-t' een werkwoord is: er is dus sprake van flexie


Voor de vragen (12) en (13), beschouw de volgende zin:
'Afgelopen week werden verschillende Amerikaanse diplomaten met de dood bedreigd.'

12. Welke semantische rol heeft de NP 'verschillende Amerikaanse diplomaten'? a. source (bron,oorsprong)
b. cause (oorzaak)
c. agens
d. patiens
e. goal (doel,bestemming)

'verschillende Amerikaanse diplomaten' is de entiteit die de actie van het werkwoord ondergaat en is dus patiens; een korte toelichting is hier nog op zijn plaats omdat patiens op verschillende manieren wordt gedefinieerd; in zijn ruimste definitie (hier bedoeld) omvat patiens tevens aspecten van de rol van experiencer; in een engere definitie is patiens de entiteit die op de een of andere manier veranderd wordt door de handeling uitgedrukt door het werkwoord
bijna idereen gaf hier het goede antwoord, op vijf mensen na, die allen e (goal) kozen; dit antwoord is fout omdat de semantische rol goal alleen bij werkwoorden van beweging voorkomt

13. Welke semantische rol blijft onuitgedrukt (dat wil zeggen, niet uitgedrukt met een NP)?
a. source (bron,oorsprong)
b. cause (oorzaak)
c. agens
d. patiens
e. goal (doel,bestemming)

de zin drukt niet uit wie de actie van het werkwoord uitvoerde: er ontbreekt dus een NP met de semantische rol van agens
een paar mensen kozen hier voor antwoord b (cause) dat ik na enig aarzelen ook goedgerekend heb omdat je met een beetje fantasie een zin kan bedenken als 'de anonieme brief bedreigde de Amerikaanse diplomaten vorige week met de dood' (al klinkt dit toch wel een beetje vreemd) waarin 'de anonieme brief' als cause gezien kan worden
antwoord a (source) wil ik ook nog goedrekenen maar e (goal) is echt fout omdat die semantische rol alleen bij werkwoorden voorkomt die een echte beweging uitdrukken


Beschouw de volgende uiting van een reiziger die een kaartje wil kopen bij een lokettist op een treinstation:
'Goedenmiddag, mijn neef uit Roermond is eergisteren overleden en ik wil zijn begrafenis die vanmiddag plaatsvindt graag bijwonen. Daarom wilde ik van U graag een retourtje Roermond. Mijn auto is immers in reparatie is en daarom ben ik gedwongen gebruik te maken van de trein.'

14. Gesteld dat de reiziger de waarheid spreekt, van welke conversationele maximen zou je dan kunnen zeggen dat ze hier worden geschonden?
a. maximen van kwaliteit (quality), en wijze (manner)
b. maximen van wijze (wijze), kwantiteit (quantity), en kwaliteit (quality)
c. maxime van kwantiteit (quantity), relevantie (relevance), en wijze (manner)
d. maximen van kwantiteit (quantity) en kwaliteit (quality)
e. maximen van kwaliteit (quality) en relevantie (relevance)

het goede antwoord is te vinden door eliminatie: omdat de reiziger niet liegt, wordt de maxime van kwaliteit niet geschonden en daarom vallen a,b,d, en e af
de maxime van kwantiteit wordt duidelijk geschonden, omdat het verzoek om een kaartje te kopen veel minder informatie vergt
de maxime van relevantie wordt geschonden omdat er nogal wat informatie gegeven wordt die niet relevant is voor deze specifieke interactie tussen lokettist en reiziger
de maxime van wijze wordt geschonden omdat de informatie-eenheden beter op elkaar aan hadden kunnen sluiten (met het verzoek op het eind of juist aan het begin)


Beschouw nu de volgende zinnen:
(i). 'Gisteren heb ik het paard van mijn neef bereden.
(ii). 'Gisteren heb ik op het paard van mijn neef gereden.'
(iii). 'Gisteren heb ik paardgereden.'

15. In elk van deze drie zinnen is de semantische rol van 'paard' patiens, maar de syntactische rol van 'paard' is in elke zin een andere. Kies het rijtje met de juiste karakteriseringen:
a. '(het) paard' in (i) is indirect object, '(het) paard' in (ii) is deel van een objectcomplement van een prepositie, 'paard' in (iii) is een geïncorporeerd object
b. '(het) paard' in (i) is object, '(het) paard' in (ii) is indirect object, 'paard' in (iii) is een geïncorporeerd object
c. '(het) paard' in (i) is instrument, '(het) paard' in (ii) is deel van een objectcomplement van een prepositie, 'paard' in (iii) is een direct object
d. '(het) paard' in (i) is object, '(het) paard' in (ii) is deel van een objectcomplement van een prepositie, 'paard' in (iii) is een geïncorporeerd object
e. '(het) paard' in (i) is object, '(het) paard' in (ii) is indirect object, 'paard' in (iii) is een geïncorporeerd object

het antwoord volgt automatisch als je de definities kent van object, indirect object, geïncorporeerd object, en objectcomplement van een voorzetsel (zie Finegan)


16. In het Nederlandse woord /zakdoek/ wordt de /k/ voorafgaand aan /d/ vaak als [g] (de velaire stemhebbende plosief) uitgesproken. Wat is hier aan de hand?
a. er treedt assimilatie op aan de hoge klinker /u/ ('oe')
b. er treedt assimilatie op aan de stemhebbende /d/
c. er treedt neutralisatie op
d. er treedt assimilatie op aan de voorafgaande klinker /a/
e. er treedt dissimilatie op ten opzichte van de woord-finale /k/

behoeft geen commentaar denk ik


Beschouw de volgende zinnen:
'Alleen met forse steun van rijk en gemeente denkt wetenschapscentrum New Metropolis het faillissement te kunnen afwenden. Dat staat in een bedrijfsplan dat donderdag wordt gepresenteerd.' (Het Parool, 8 maart 1999)

17. Welke pragmatische rollen heeft het zelfstandig gebruikte aanwijzende voornaamwoord 'dat' (het eerste woord van de tweede zin).
a. topic & comment
b. topic & given information
c. comment & given information
d. comment & new information
e. topic & new information

ook weer een vraag die door eliminatie van duidelijk verkeerde antwoorden opgelost kan worden; natuurlijk kan 'dat' nooit new information zijn (d,e) of comment (a,c,d); 'dat' is het centrum van de aandacht in de zin (dat waarover de zin gaat) en dus topic; daarnaast is 'dat' given information omdat het refereert aan de gehele inhuoud van de voorafgaande zin


Beschouw de volgende zinnen:
(i) De student schrijft een paper.
(ii) Deze pen schrijft lekker.

18. Op basis van deze zinnen kunnen we zeggen dat het werkwoord 'schrijven' in elk geval de volgende semantische rollen toestaat:
a. agens, patiens
b. agens, patiens, object
c. agens, patiens, subject, object
d. agens, patiens, instrument, object
e. agens, patiens, instrument

nogal wat mensen kozen hier voor een antwoord waarin subject en/of object in voorkwam: dit zijn geen semantische maar syntactische rollen! dit houdt in dat alleen a en en e als keuze overblijven; e is het goede antwoord omdat in (ii) 'deze pen' de rol van instrument heeft


19. Welk kenmerk hebben de volgende fonemen van het Nederlands met elkaar gemeen:
/o/, /i/, /b/, /z/, /d/, /m/, /n/
a. [+oraal]
b. [+nasaal]
c. [+stem(hebbend)]
d. [+sonorant]
e. [+consonantaal]

behoeft ook weinig commentaar: [+oraal] kan niet omdat er nasalen (/n/, /m/) in het rijtje zitten, [+consonantaal] is uitgesloten vanwege de aanwezigheid van de vocalen /o/ en /i/, [+nasaal] is ook fout omdat behalve /m/ en /n/ alle andere fonemen in het rijtje [-nasaal] zijn, en [+sonorant] is niet goed omdat /b/, /z/, en /d/ [-sonorant] zijn


20. Wat is de syllabestructuur van het Nederlandse woord 'spits'?
a. [SYLLABE [ ONSET /s/ ] [ RHYME [ NUCLEUS /pi/ ] [ CODA /ts/ ]]]
b. [SYLLABE [ ONSET /sp/ ] [ RHYME [ NUCLEUS /it/ ] [ CODA /s/ ]]]
c. [SYLLABE [ ONSET /s/ ] [ RHYME [ NUCLEUS /pit/ ][ CODA /s/ ]]]
d. [SYLLABE [ ONSET /sp/ ] [ RHYME [ NUCLEUS /i/ ] [ CODA /ts/ ]]]
e. [SYLLABE [ ONSET /spi/ ] [ RHYME [ NUCLEUS /t/ ] [ CODA /s/ ]]]

het goede antwoord is te vinden door uit te gaan van de nucleus van de syllabe 'spits'; de nucleus is altijd een vocaal, /i/ dus; onset en coda bestaan hier beide uit een consonantcluster


Beschouw de data van de volgende data van een tamelijk veel bestudeerde Bantu-taal:

buuliravertellen
luulazitten
omugolebruid
wulirahoren
beerahelpen
jjukirazich herinneren
effirimbifluiten
eraddubliksem
wawaabirabeschuldigen
lagirabevelen

Als het goed is, zie je dat [r] en [l] in deze taal in complementaire distributie staan: dat wil zeggen, in omgevingen waar [l] voorkomt kan [r] niet voorkomen en omgekeerd.

In de volgende woorden moet op elke opengelaten plaats, aangegeven met '[?]', [l] of [r] staan:
omu[?]i[?]o vuur
eddwali[?]o ziekenhuis
o[?]u[?]imi tong

21. Wat is het goede antwoord?
a. omulilo, eddwaliro, olurimi
b. omuliro, eddwaliro, orulimi
c. omurilo, eddwalilo, orulimi
d. omuliro, eddwaliro, olulimi
e. omulilu, eddwalilo, olulimi

het antwoord vind je door te kijken naar de context van [l] en [r], dan blijkt dat [r] alleen voorkomt als de voorafgaande klinker [+front] is (/e/ en /i/), terwijl [l] alleen voorkomt in de positie volgend op een klinker die [-front] is (/a/, /o/, /u/)


voor 22 en 23, beschouw de volgende data van het Locuta (een andere fantasietaal)

andorman
pikinkind
battaslaan
yespre-verbale verleden tijdmarkeerder
beresameedogenloos
ilanooit
trowavangen
bestivis

let op: het Locuta heeft geen lidwoorden en is zoals je kunt zien aan de volgende zinnen een isolerende taal:
i. beresa yes batta andor pikin (de man sloeg het kind meedogenloos)
ii. ila yes batta andor pikin (de man sloeg het kind nooit)
iii. andor yes trowa besti (de man ving de/een vis)
iv. ila yes trowa andor besti (de man ving nooit een vis)
v. andor yes batta pikin (de man sloeg het kind)

Beantwoord nu de volgende vragen:

22. De woordvolgorde in het Locuta is:
a. altijd VSO
b. altijd VOS
c. VSO als de zin begint met een bijwoord, anders SVO
d. SOV als de zin begint met een bijwoord, anders SVO
e. SVO als de zin begint met een bijwoord, anders SOV

23. Welke generalisatie kun je maken op basis van de Locuta data?
a. het werkwoord gaat altijd aan het subject vooraf (VS volgorde)
b. het werkwoord volgt altijd op het subject (SV volgorde)
c. het subject volgt altijd op het object (OS volgorde)
d. het object gaat altijd aan het werkwoord vooraf (OV volgorde)
e. het subject gaat altijd aan het object vooraf (SO volgorde)

behoeft geen commentaar denk ik


terug naar het begin van deze pagina

terug naar de ATW home page


All text and images on these pages (citations and images from other sources excepted)
© Vincent A. de Rooij